ga terug naar de NAGO homepage   NIEUWS

Met de ontwikkeling van (digitale) grafische druktechnieken is de aard van het illustratievak in de tweede helft van de 20ste eeuw ingrijpend veranderd, terwijl de opkomst van opleidingen en vakorganisaties verandering brachten in de werkwijze van individuele illustratoren.

Interviews

In de periode 1999-2002 werd door de stichting Geschiedschrijving Illustratie Nederland (GIN) een interviewproject opgezet. Er werden een twintigtal toonaangevende Nederlandse illustratoren geïnterviewd, waarvan de meeste inmiddels een hoge leeftijd hadden bereikt. De groep bestond uit:


  • WiBo (pseud. Wim Boost), bekend cartoonist in De Volkskrant;
  • Wim Bijmoer, kinderboekillustrator, bekend van zijn samenwerking met Annie M.G. Schmidt;
  • Hans de Cocq, grafisch vormgever van tv-programma’s, meest bekend van De Scheepsjongens van de Bontekoe en Sesamstraat;
  • Jenny Dalenoord, kinderboekillustrator, meest bekend van Wiplala;
  • Rudolf Das, samen met zijn tweelingbroer Robert Das werkzaam als technisch tekenaar;
  • Ruth Fischer, illustratrice, later actief als kunstenares;
  • Gerda van Gijzel, mode-illustratrice, tevens bekend om haar portretten van prins Bernhard;
  • François ten Have, grafisch ontwerper, bekend van zijn ontwerpen voor Douwe Egberts;
  • Atie Siegenbeek van Heukelom, kinderboekillustrator, meest bekend van Brieven aan Bernhard;
  • Chris van Huijzen, medisch tekenaar, lang verbonden aan de Katholieke Universiteit Nijmegen;
  • Børge Ring, animator, bekend van de Oscarwinnende film Anna & Bella;
  • Jan Sanders, illustrator, meest bekend om zijn kalenders;
  • Constance Wibaut, mode-illustratrice, bekend om haar tekeningen voor Elsevier;
  • Piet Wijn, striptekenaar, bekend om zijn werk voor Marten Toonder en Douwe Dabbert.
De opleiding, professionele werkwijze, loopbaan en unieke visies op het vakgebied van deze mensen werd zo als oral history op geluidstapes vastgelegd. Deze tapes werden vervolgens omgezet in tekst om te worden bewerkt voor publicatie. Het resultaat is te lezen op www.adviz.nl

De gesprekken geven niet alleen blijk van hun zeer diverse talenten, hun herinneringen aan inspirerende leermeesters en hun grote liefde voor het vak, maar schetsen ook een boeiend tijdsbeeld. Er komen enkele ontwikkelingen naar voren, die als een rode draad door het illustratievak van de 20ste eeuw lopen. ‘Er was niets geregeld’ is een veelgehoorde kreet. Kort na de oorlog moesten illustratoren zelf hun weg vinden in het vakgebied. Reproductietechnieken stonden nog in de kinderschoenen. Er waren voor freelancers weinig sociale voorzieningen, geen regels over eerlijke tarieven en geen beeldrechtbescherming. Vrouwelijke illustratoren mochten zelf uitvinden hoe zij het moederschap combineerden met een baan, of – wat in de ogen van de buitenwereld al met even vreemde ogen werd bekeken – hoe zij zich zónder partner redden.

Vanaf de jaren ’70 werden arbeidsvoorwaarden, tarifering en beeldrechten – mede dankzij de opkomst van vakorganisaties als Vereniging van Reclameontwerpers en Illustratoren en de Gebonden Kunsten Federatie steeds beter geregeld. Maar de opkomst van fotografie en digitale media vormden een nieuwe uitdaging – en een bedreiging voor de broodwinning.

Uit dit alles wordt duidelijk dat naast talent en vaktechnische kennis vooral doorzettingsvermogen van een illustrator werd gevergd. Zo kan de terugblik van zestien ‘veteranen’ uit het illustratie vakstudenten en (jonge) vakgenoten inspireren, en historici en andere liefhebbers stimuleren om de beroepsgeschiedenis en beschikbare archieven verder te verkennen.

Met dank aan: Dorothé Kurvers, Koosje Sierman, Lily Scheffer, Irun Scheifes, Margreet van Wijk-Sluyterman, Fons Schiedon, Kees Broos, Kroon & Wagtberg Hansen, Catrien Deys, Marie Christine van der Sman, Claartje Schellekens, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, Beroepsvereniging Nederlandse Ontwerpers, Geschiedschrijving Illustratie Nederland, de Mondriaan Stichting en de Stichting Collectieve Rechten Illustratoren (tegenwoordig Pictoright).